Na afronding fase 3 kan iedereen binnen 300 meter van huis de auto opladen
Wie geen eigen oprit heeft, is voor het opladen van de elektrische auto aangewezen op publieke laadpalen. De EWEC heeft al in 2015 een plan ingediend bij de gemeente voor het plaatsen van laadpalen in Cothen, Langbroek en Wijk bij Duurstede. Uitgangspunt in dit plan is dat iedereen binnen de bebouwde kom van de drie kernen hemelsbreed 300 meter van een publiek laadpunt voor elektrische auto’s woont.
Inmiddels wordt hard gewerkt aan de allerlaatste laadpleinen in Langbroek en Wijk bij Duurstede uit het plan en dat gaat niet zonder slag of stoot. Er zijn tenslotte veel partijen betrokken bij het laten plaatsen van een laadpaal. Daar weet EWEC-projectleider Laadpalen vanaf het eerste uur Martin Bochove alles van. Het beheer en onderhoud van de laadpleinen is in handen van Sarida van der Meer, energiecoach, en coördinator energieleveren van EWEC. Een gesprek over visie en de praktijk van alle dag van de publieke laadpalen binnen onze gemeente.
Laadpleinen
Een belangrijk uitgangspunt in het laadpalenplan is om niet op elke straathoek een laadpaal te plaatsen, maar op strategische punten zogenoemde laadpleinen in te richten. Martin: “Dat betekent dat we op zoek gingen naar parkeerplaatsen met plek voor meer auto’s. Samen met die 300 meter regel konden we beginnen met intekenen. Die stap is snel gezet. Maar dan begint het proces voor realisatie. We hebben natuurlijk leuk bedacht dat er op die plek palen moeten komen, maar er moeten dan ook plaatsen speciaal gereserveerd worden voor uitsluitend elektrische auto’s. Dat betekent dat je in overleg moet met de buurt en als de gemeente vergunning heeft afgegeven, kunnen we echt aan de slag.”
“Voordat de eerste spa dan in de grond gaat, heb je nog heel veel partijen nodig: op de eerste plaats de gemeente, die een verkeersbesluit neemt, Stedin, de aannemer en Van der Sijs die de laadpalen levert. En al die planningen moeten op elkaar aansluiten. Een aardige kluif voor een vrijwillige projectleider”, zegt Martin.
De eerste oplaadpunten zijn in 2018 gerealiseerd aan het Walplantsoen, zo leren we uit de stukken die Sarida erbij heeft gezocht. “Oh ja”, herinnert Martin zich, “We wilden ze in februari plaatsen, maar toen zat er nog vorst in de grond. Uiteindelijk zijn de palen opgeleverd op 13 april. Want als je bij de aannemer, de installateur en Stedin je geplande datum niet haalt, schuif je meteen enkele maanden op. Dat is één van de redenen waarom het plaatsen van laadpalen nog meer tijd kost dan de vier tot zes maanden die na goedkeuring al nodig zijn.”
Het besluit om laadpleinen te realiseren in plaats van een enkele paal is uitvoeringstechnisch voordelig. Het overleg met de buurt is wellicht ingewikkelder, maar er hoeven minder vergunningen te worden aangevraagd en minder vaak een spa in de grond. “Bovendien worden er ook minder kilometers gemaakt met de elektrische auto als er meer punten zijn op één plek. Met slechts twee stekkers zal de paal sneller volledig bezet zijn en moet de bestuurder op zoek naar een andere vrije plek om zijn auto op te laden”, voegt Martin toe.
Pandemie
Voor de realisatie van de allereerste laadpunten heeft EWEC zelf fondsen moeten werven. Dat lukte, zeker met het oog op toekomstige inkomsten uit de afgenomen stroom. Maar de coronapandemie gooide roet in het eten. Sarida: “We monitoren maandelijks hoeveel gebruik er wordt gemaakt van de laadpunten. Toen de coronapandemie uitbrak, kelderde van de ene op de andere maand het gebruik van de laadpunten dramatisch en dus ook de inkomsten die nodig zijn voor rente en aflossing.” Ze toont de maandelijks bijgehouden grafieken waarin de voorzichtig opgaande lijn in 2020 inderdaad een flinke knik maakt. “Het heeft twee jaar geduurd, maar sindsdien zijn er meer laadpunten gekomen en is het gebruik van alle laadpunten sterk gaan groeien.”
Het voordeel van de laadpleinen betaalt zich vooral in deze doorstartfase uit. “Omdat we maandelijks de bezettingsgraad monitoren van alle laadpleinen, zien we ook hoe zich dat ontwikkelt. We willen voorkomen dat mensen hun auto niet kunnen opladen op één van de laadpleinen, omdat alles bezet is. Zo hebben we het aantal laadpunten op het Walplantsoen uitgebreid van vier tot acht naar twaalf. Dat is het mooie van dit concept. Zodra we zien dat de bezettingsgraad en het opladen op een laadpunt toeneemt, kunnen we elk laadplein eenvoudig opschalen, zonder dat we meteen weer een heel project moeten optuigen”, legt Sarida uit.
Beheer en onderhoud
Eenmaal gerealiseerd, zit het werk voor de projectleider laadpalen erop. Toch? “Dat zou je denken”, zegt Martin, “maar als er een laadpaal kapot was, zocht men contact met mij. En ook als iemand zijn auto niet loskreeg, werd de ‘Directeur Laadpalen’ gebeld. Maar ik was alleen de projectleider voor realisatie, zeker geen directeur laadpalen. We hadden daar in het begin helemaal niet over nagedacht.”
Inmiddels is het beheer en onderhoud in de bestaande organisatie ondergebracht. Sarida is verantwoordelijk voor alles wat met het beheer en onderhoud van de laadpalen te maken heeft. Dat kan van alles zijn. Sarida: “Bij een laadpaal in Langbroek zetten buurtbewoners gewoon hun auto op de plaatsen die voor het opladen van elektrische auto’s zijn gereserveerd. Daardoor visten bestuurders van elektrische auto’s soms achter het net. Ik begrijp zoiets wel als van de bestaande parkeerplaatsen er ineens enkele worden afgesnoept voor elektrische auto’s, maar daar was geen sprake van. Er zijn extra parkeerplekken gecreëerd.” Op dit soort signalen onderneemt Sarida actie en gaat ze het gesprek aan met de buurt.
Paalklever
De inwoners van Wijk bij Duurstede hebben dezelfde onhebbelijkheden als elders. Dus ook hier komt men paalklevers tegen. Sarida: “Het is heel vervelend als een elektrische auto die klaar is met opladen de plek aan de laadpaal bezet houdt. Hij benadeelt zo andere bestuurders van elektrische auto’s. Daarom wordt ook betaald voor de connectietijd. Dus als je blijft ‘kleven’ nadat je je auto hebt opgeladen, betaal je nog steeds een vergoeding. Voor bestuurders van elektrische auto’s die aan het opladen zijn hebben we een leuke ‘parkeerkaart’ gemaakt. Deze kun je onder de voorruit leggen om aan te geven wanneer je vertrekt. Daarin staan in het kort ook onze laadregels.
Betaalbaar
EWEC is eigenaar van alle publieke laadpalen in de gemeente Wijk bij Duurstede. De laadpalen leveren 100% groene stroom. Het doel is om de prijs voor het laden aan publieke palen zo laag mogelijk te houden en zo dicht mogelijk bij de prijs die thuisladers betalen. “Natuurlijk is er de prijs die moet worden betaald aan de energieleverancier, aan Stedin, aan onderhoud en servicekosten en daarnaast moet er ook rente en aflossing betaald worden voor de kosten die zijn gemaakt om de laadpalen te realiseren. En daarvoor ben ik op zoek gegaan naar hoe we meer inkomsten kunnen krijgen voor de groene stroom die we leveren. Er is in Nederland een markt voor emissierechten voor brandstof. We beschikken door de groene stroom die we leveren aan het vervoerssysteem over zogenoemde HBE’s (Hernieuwbare Brandstof Eenheden). Vervuilende bedrijven zoals KLM en SHELL die op fossiele brandstof zijn aangewezen of oppompen, kopen HBE’s om hun vervuilende activiteiten te compenseren. Voor het verhandelen is er wel een broker nodig, maar dan komt er geld binnen dat we mooi kunnen gebruiken voor rente en aflossing.”
Intelligente palen
De door Van der Sijs geleverde laadpalen zijn intelligent en daardoor toekomstbestendig. Martin: “Je hoort nu heel veel over netcongestie. Met die slimme laadpalen kunnen we een beetje spelen. Is er veel stroom op het net, dan kan er sneller worden geladen. Is er minder, dan gaat het wat trager.”
Het oorspronkelijke laadpalenplan is bijna gerealiseerd. Is het nu klaar met de laadpalen in Wijk bij Duurstede? “Nee”, zegt Martin, “We monitoren alles en als we zien dat de capaciteit van één of meer laadpleinen tegen zijn maximum loopt, gaan we kijken naar nieuwe mogelijkheden om laadpalen of -pleinen te realiseren. Zover is het nu nog niet, maar daar houden we wel rekening mee. Er komen steeds meer elektrische auto’s bij en dus groeit de behoefte aan oplaadpunten. Onze ambitie is proactief in te spelen op die groeiende behoefte en tijdig nieuwe laadplekken te realiseren”, besluit Martin.